Achter deze muur was het goed beschermd
Raamweg
Op deze plek kijk je tegen een deel van de muur aan die de Vesting Scheveningen tegen een geallieerde aanval moest beschermen. De muur van ongewapend beton is 2,5 meter hoog. Aan de straatzijde zijn bakstenen pilasters verwerkt.
Hier begon het gedeelte van de stad dat bij een geallieerde aanval zou worden beschermd; het centrum van Den Haag hoorde daar dus niet bij.
De muur bevindt zich op het terrein dat de Jezuïeten in 1910 van de gravin Van Bylandt hebben gekocht voor de bouw van een school. Pas in 1925 - vertraagd door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en geldgebrek - opende op dit terrein het katholieke Aloysius College zijn deuren aan de Oostduinlaan. In 1928 volgde aan de zijde van de Raamweg een internaat: Huize Katwijk. Het ene deel van het gebouw bood plaats aan honderd leerlingen van het Aloysius College, in het andere deel vonden de paters onderdak.
Ontruimd
Na de Duitse inval werden de gebouwen gevorderd en verhuisden de bewoners van het internaat naar Wassenaar en Noordwijkerhout en later naar Zuid-Limburg. Het complex kwam in gebruik bij het Directoraat Generaal van Politie, de Rijksvreemdelingendienst en de Rijksidentificatiedienst. Toen de bezetter met de bouw van de Atlantikwall begon, kwam het complex precies binnen de Vesting te liggen. Bij Villa Katwijk kwam een geschutsbunker; deze is nu onderdeel is van het gebouw van het Kosovotribunaal.
Politie
Tot in de 21e eeuw bleef Huize Katwijk in gebruik bij de politie. Achtereenvolgens zaten het nationale bureau van Interpol, de Centrale Rechercheinformatiedienst (CRI) en Europol in het gebouw.