Welkom op het terras van Hôtel de la Promenade!
Scheveningseweg
Tot de Duitse bezetter met de bouw van de Atlantikwall begon, was Hôtel de la Promenade een geliefde uitspanning.
In 1818 werd voor het eerst melding gemaakt van een uitspanning op deze plek aan de Scheveningseweg. In dat jaar werd een vergunning aangevraagd voor de oprichting van een 'paviljoen' om 'ververschingen' te verkopen bij het Rond, halverwege de Scheveningseweg. De uitspanning kreeg allengs de naam Buitenlust en trok door de ligging veel publiek. In 1838 werd Buitenlust eigendom van de latere Koning Willem II, die het de naam Klein Zorgvliet gaf. Daarbij mag niet onvermeld blijven dat de koning tussen 1833 en 1848 ook de uitgestrekte aan Sorghvliet grenzende landgoederen Hanenburg, Houtrust, Valckenbosch, Buitenrust en Kranenburg had verworven.
Uit de boedel van de koning
Na de verkoop uit de boedel van de koning in 1850 werd Klein Zorgvliet een woonhuis. De laatste bewoner was de stichter van het latere Van Stolkpark, Mr. Thomas van Stolk.
In 1876 werd Klein Zorgvliet verkocht aan de architect-ingenieur L.A. Brouwer. Een jaar later verrees hier het Hôtel de la Promenade, dat in later jaren daarna steeds verder uitgebreid werd. Van meet af aan mocht het Hôtel de la Promenade zich verheugen in grote belangstelling en veel bezoek. Het terras, waar bezoekers na een wandeling in de Bosjes onder het lover van de kastanjebomen konden genieten van een kop koffie, was drukbezocht.
Bij de aanleg van een dubbel tramspoor op de trambaan langs de Scheveningseweg vanaf 1864 vormde het hotel een obstakel, omdat hier slechts een enkel tramspoor mogelijk was.
Scheveningse Bosjes gekapt
De grens van het Sperrgebiet liep over de Cremerweg, aan de stadskant van de Waterpartij. Een groot deel van de Scheveningse Bosjes tussen de Waterpartij en de Kerkhoflaan werd gekapt voor het verkrijgen van schootsveld. De resterende bomen werden in de oorlogstijd, met name tijdens de Hongerwinter, gekapt voor brandhout. Dat was niet ongevaarlijk, omdat in het bosterrein landmijnen lagen, waarvoor met borden gewaarschuwd werd. Tussen de Waterpartij en de Scheveningseweg werden tankversperringen (asperges) aangelegd. Het hotel ontsnapte aan sloop en werd tijdens de oorlogsjaren gebruikt voor legering van Duitse militairen.
Alsnog gesloopt
Aan het einde van de oorlog was het gebied tussen de Scheveningseweg en het Schevenings Kanaal zo kaal dat men hier vandaan met met gemak het KLM-gebouw kon zien. Het hotel was compleet uitgewoond en werd in 1946 gesloopt. Het horecabedrijf werd van1950 tot 1967 uitgeoefend in de overeind gebleven Villa Boschhoek, vlak naast het oude hotel. Pas in 1970 werd het huidige Promenadehotel gebouwd.
De Scheveningse Bosjes werden vanaf 1947 onder leiding van de Dienst Gemeenteplantsoen met hulp van schoolkinderen herplant.